Zélf aan de slag met je eigen wormenbak; als geen ander begrijpen we die wens. Daarom helpen we je graag op weg: met je eigen compostwormen, in je eigen wormenbak, in je eigen tuin cq. op eigen balkon. Maak optimaal gebruik maken van de kennis en kunde opgedaan binnen de vermiculture community. Om daar dan vervolgens je eigen draai aan te geven. Een beetje eigenwijs, daar houden we wel van! Onze stelling: vermicomposteren in een eigen –commerciële óf DIY– wormenbak kan iedereen leren. Daar zijn wij van overtuigd! Met wat praktijkkennis en enkele vuistregels kan je een heel eind komen – ook wij zijn zo begonnen. Kijk hieronder voor onze tips en kijk- en leestips! Heb je liever wat meer handvatten voordat je zélf start? Doe mee met één van onze WormenWorkshops.
Hou rekening met het welzijn én welbevinden van je wormen. Dat doe je in ieder geval door de volgende tips in acht te nemen. Niet onbelangrijk: hoe groter het oppervlakte van je bak, hoe makkelijker het eco-systeem in optimale condities te houden. Liever één grote(re) wormenbak, dan meerdere kleintjes. De optimum temperatuur voor vermicomposteren ligt tussen de 15 – 25°C. In voorjaar – zomer – herfst is een buitenplekje voor je wormenbak dus meestal prima; zorg wel voor een hitte-protocol in de zomer! Enne... je wormen zijn je dankbaar als ze in de winter in een garage of schuurtjes kunnen bivakkeren!
Streef naar een vochtigheid van 75 – 85% in je wormenbak. Dus niet te nat, maar zeker ook niet te droog. Een simpel trucje ter controle: pak rijpe vermicompost uit de onderzijde van je wormenbak. Leg dit in je palm van je hand, daar waar je vingers beginnen. Knijp voorzichtig de boel bij elkaar. Verschijnt er een beetje vocht (druppels) als je écht niet meer verder kunt knijpen? Blijft het vervolgens een balletje vermicompost als je je hand weer opent – en valt dat balletje makkelijk uit elkaar als je er tegenaan tikt? Dan is de vochtigheid in je wormenbak optimaal. Is je bak te droog (vermicompost wordt géén balletje)? Sproei met een plantenspuit de bovenlaag nat. Heb je een te natte bak (vocht lekt al uit de vermicompost zonder dat je knijpt)? Voeg droge materialen toe; zoals kleine stukjes eierdozen of fijn geknipt stro. Check je ook regelmatig of het percolaat (= lekvocht) nog weg kan stromen?
Streef naar een veelzijdig dieet – daarover in onderstaande tabel zo meer. En misschien vallen we in de herhaling, maar voeg nóóit te veel organisch materiaal in één keer toe! Liever (iets) te weinig dan te veel. Beter elke dag een klein beetje, dan één keer in de week een hele berg. Tenslotte nog een tip: schep, na het voeren, het toegevoegde materiaal om met een (houten)spatel; dat versnelt het composteringsproces (zuurstof!) en maakt je wormenbak minder aantrekkelijk voor fruitvliegjes. Alhoewel die vliegjes zich hierdoor ook niet direct laten tegenhouden...
We raden dus een veelzijdig dieet aan. Maar wat verstaan we daar onder? Je hebt vast de lijstjes met wormenwensen en -eisen wel 's voorbij zien komen. Die lijstjes zijn er niet voor niets; effectief vermicomposteren vraagt inzicht in de “input”. Kort en bondig gesteld: in een wormenbak kan –uiteindelijk– al ons organisch afval worden verwerkt tot vermicompost. Toch raden we af je wormenbak te zien als “organisch afvalbak”. Voeren met beleid dus. Je wormen zullen je dankbaar zijn!
Waar maak je compostwormen blij mee?
|
En waarmee niet?
|
Hoe geweldig, met een paar klikken vind je van alles en nog wat over tijgerwormen, vermicomposteren of bouwen van DIY-wormenbakken. Lekker surfen over 't wereldwijde web en kennismaken met collega wormenboeren “all-over-the-world”? Onze tip: gebruik niet alleen Nederlandse zoektermen, maar ook Engelse (vermicomposting) e.a.
De StadsWormerij doet je nu vast een aantal suggesties: